Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
Ouder-Amstel
“Vrouwelijke burgemeesters moeten zichtbaar zijn. We moeten niet bang zijn om te tonen dat vrouwen prima functioneren als burgemeesters, ook al doen we dingen soms anders.”
Maar 30,6 % van de burgemeesters is een vrouw. Joyce Langenacker is burgemeester in Ouder-Amstel en vertelt waarom zij denkt dat dit zo is.
“De politiek is lang gedomineerd door mannen. Burgemeesters waren tot halverwege de 20ste eeuw vanzelfsprekend een man. In 1946 deed de eerste vrouwelijke burgemeester haar intrede, Truus Smulders-Beliën van de Brabantse gemeente Oost-, West- en Middelbeers. Dat ze vervolgens een kleine 20 jaar de enige vrouwelijke burgemeester bleef, zegt alles over hoe moeilijk het is om vrouwen te introduceren in een door mannen gedomineerde wereld. Rotterdam, de stad met een lijst van burgemeesters die teruggaat tot 1622, had nog nooit een vrouwelijke burgemeester en Amsterdam heeft met Femke Halsema pas de eerste. We moeten dus ‘inhalen’. En dan zijn we als zittende vrouwelijke burgemeesters zeker een rolmodel. Je laat immers zien dat het kan. Dat als je een droom hebt, je die ook waar kan maken en dat je hobbels kan overwinnen: ‘als ik burgemeester kan worden, waarom jij dan niet?’. Vrouwen in de politiek zijn in Ouder-Amstel allang geen vreemde eend in de bijt meer. Na Mieke Blankers-Kasbergen ben ik hier de tweede vrouwelijke burgemeester. Allebei hebben we bovendien leiding gegeven aan een college dat louter bestond uit vrouwen. Op dit moment zijn er meer vrouwen raadslid dan mannen. Ik denk als een gemeente eenmaal ervaring heeft met een vrouwelijke bestuurder, het meer vrouwen aantrekt om de politiek in te gaan en het meer vanzelfsprekend voor een raad of fractie wordt om een vrouw voor te dragen. Vrouwen moeten durven dromen van een ambt. De weg naar verandering is lang, maar als we door blijven lopen en steeds zoeken naar een versnelling, geloof ik erin dat we die scheve balans recht krijgen.
Vrouwelijke burgemeesters moeten zichtbaar zijn. We moeten niet bang zijn om te tonen dat vrouwen prima functioneren als burgemeesters, ook al doen we dingen soms anders. Vooroordelen kun en moet je pareren met goede voorbeelden: het combineren van een gezin met het burgemeesterschap bijvoorbeeld. Dan moet je af en toe vertellen hoe je dat doet. Soms ook waar je tegenaan loopt. Een burgemeester, man of vrouw, is immer ook gewoon een mens. Verder is het belangrijk om aan de voorkant meisjes/vrouwen te stimuleren. Dat kan onder meer met introductiecursussen als Politiek Actief. Creëer je daar al een open en veilige omgeving, dan wordt een stap naar de (lokale) politiek een ‘warme’ en veel makkelijker te maken.
Heel praktisch denk ik dat je ook moet kijken hoe je iemand uitnodigt voor een sollicitatie en bijvoorbeeld zorgen voor taalgebruik en een profiel dat vrouwen aanspreekt. We moeten actief blijven sturen om meisjes/vrouwen voor het voetlicht te brengen. Die 30,6% moet naar tenminste 50%. Dat proces kan natuurlijk niet snel genoeg gaan.”